Trefwoordenlijst

A

Actief of authentiek pluralisme: Actief pluralisme leert mensen op een actieve manier, in dialoog en via gedeelde ervaringen, om te gaan met de onvermijdelijke diversiteit van andere culturen en godsdiensten. Actief pluralisme staat voor een samenleving die ruimte biedt aan uiteenlopende levens- en wereldbeschouwingen, die actief kunnen worden uitgedragen, maar die nooit aan anderen mogen worden opgedrongen.
Adequaat: geschikt voor het beoogde doel.
Adverse Childhood Experience (ACE): Negatieve jeugdervaringen in welke disfunctonele gezinsdynamiek zij ook vallen. Ook wel aangeduid als chilhood adversity, childhood trauma en toxic stress.
Allochtone: Iemand die van elders afkomstig is.
Alsmede: ook, eveneens.
Analfabeet: Iemand die niet kan lezen of schrijven.
Anamnese: Wat een patiënt m.b.t. de voorgeschiedenis van zijn ziekte kan vertellen.
Antropoloog: Een wetenschapper die zich bezighoudt met het bestuderen van het menselijk gedrag.
Autochtone: Van de oorspronkelijke bewoners afkomstig.
Anekdotisch: 1) gebaseerd op of met het karakter van een anekdote Voorbeeld:`anekdotisch verhaal` 2) anekdotisch bewijs (gebaseerd op één specifiek geval uit de omgeving)
Assertiviteit: eigenschap dat je voor jezelf op durft te komen.

B

Betrekkingsniveau: “Hoe” het gezegd wordt. Hoe de inhoud wordt opgevat door degene die de boodschap ontvangt. Op betrekkingsniveau geeft de zender van de boodschap indirect aan hoe hij zichzelf ziet in relatie tot de ander. Het betrekkingsniveau komt tot uiting in de intonatie, non-verbale uitingen en de context.
Biomedische verklaring: Wanneer mensen de oorzaak van hun aandoening zoeken in het biologische kant.

C

Caritas: (= liefdadigheid), het plegen van een daad van liefde en barmhartigheid.
Classificaties: indeling, rangschikking.
Conjunctuurschommelingen: Het beurtelings toe- en afnemen van de economische activiteit.
Crystallized intelligence:Crystallized intelligence ontwikkelt zich afhankelijk van leerervaringen en van het belang dat gehecht wordt aan bepaalde vaardigheden in een bepaalde cultuur.
Culturele waarden: Waarden die belangrijk zijn voor een bepaalde cultuur
Cultuur: Cultuur is een complex begrip dat verwijst naar de sociale matrix waarbinnen menselijke handelingen, verhoudingen en ervaringen zijn ingebed en betekenis krijgen.
Cultuurbeleving: Het proces van het stimuleren van het bewust, kritisch en creatief beleven van elementen van cultuur en het aanmoedigen van het actief participeren aan de verdere ontwikkeling ervan.
Cultuurrelativisme: Met cultuurrelativisme wordt een vrijblijvende en oppervlakkige houding bedoeld waarin alles op dezelfde lijn wordt geplaatst en elke vorm van kritische reflectie op een cultuur als onjuist wordt beschouwd.
Cultuurverschillen: Verschillen tussen bepaalde culturen

D

Dagboek: Is een van de drie oplossingsrichtingen van de creatieve sessies met ontwerpstudenten.
Een soort dagboek waar de cliënt moet schrijven was hij gedaan heeft. Zo kan de zorgverlener zien hoe het fysiek en mentaal gaat met de cliënt.
Dichotoom: met twee mogelijkheden.
Dimona-aangifte: Een elektronisch bericht waarmee de werkgever elke indiensttreding en uitdiensttreding van een werknemer aangeeft bij de RSZ of de DIBISS.

E

Eerwraak: in sommige uitheemse culturen de uit het gewoonterecht voortvloeiende plicht om de familie-eer te zuiveren door moord op de schender
Eisen PvE: Opgesteld als hulpmiddel ter verbetering van communicatie tussen autochtone thuiszorgverleners en allochtone zorgvragers
Emancipatie: Bevrijding van wettelijke, sociale, politieke, morele of intellectuele beperkingen, toekenning van gelijke rechten, gelijkstelling voor de wet; streven naar gelijkgerechtigdheid
Ethische casus: Een geval of situatie dat verband houdt met wat goed en slecht is.
Ethische maatstaf: De norm voor beoordeling van ethische kwesties (wat goed en slecht is).
Etnisch-culturele diversiteit: De verscheidenheid in bevolkingsgroepen / de verscheidenheid in afkomst en cultuur.
Etnisch-culturele minderheid: Een ‘etnisch culturele minderheid’ verwijst naar een duidelijk onderscheiden bevolkingsgroep die een minderheid vormt in het land waar men verblijft.
Etnische groepen: Volgens afkomst gemaakte groepen
Etnocentrisme: Beoordeling van andere culturen met je eigen cultuur als norm, waarbij soms de eigen cultuur als superieur wordt opgevat.
Exhaustief: Volledig/totaal/uitputtend
Expressiviteit: Eigenschap van expressief te zijn, of mate waarin iets expressief is

F

Flowchart: Is een van de drie oplossingsrichtingen van de creatieve sessies met ontwerpstudenten. Het is een soort planning bedoeld voor monitoring van de gezondheid van de cliënt door de zorgverlener en is minder gericht op het sociale en mentale aspect. Zo kan de zorgverlener laten zien wat het beste dagplanning is voor de cliënt.
Fluid intelligence:Is een deelaspect van de intelligentie dat het minst beïnvloed wordt door verschillen in leerervaring.
Fundamentalisme: Fundamentalisme is een houding waarbij iemand zo sterk op het eigen wereldbeeld steunt dat eventuele tegenspraak met de werkelijkheid wordt genegeerd en visies van andersdenkenden minderwaardig of onjuist worden geacht.
Fundamenteel recht: Ook wel grondrecht genoemd. De term heeft meestal betrekking op de nationaal erkende, in de grondwet of wetten vastgelegde fundamentele rechten, zoals non- discriminatie, gelijkheid voor de wet, recht op een eerlijk proces en recht op sociale voorzieningen.

G

Grondslagen: Fundament, beginsel: op christelijke grondslag
Gebaren: Geheel van de uitdrukkingsbewegingen.

H

Homofilie: Homoseksualiteit
Hoop doet leven: Bij allochtone families houdt dat in dat de familie nooit aan de zieke zal vertellen dat het echt heel slecht gaat.
Hulpverlener: Iem. die een beroep uitoefent in de professionele hulpverlening
Hulpverlening: De geïnstitutionaliseerde zorg voor mensen die (m.n. maatschappelijke of geestelijke) hulp nodig hebben.
Hypocriet: Huichelaar, schijnhelig

I

IBO: Een opleidingsmaatregel die het aanwerven van een minder ervaren werkloze aantrekkelijk maakt.
Ideologie: Geheel van de ideeën dat ten grondslag ligt aan een wijsgerig stelstel, vooral mbt. hun maatschappelijke of politieke strekking.
Imams: 1) Voorganger in het rituele gebed, soms tevens hoofd van een moskee 2) In de sjiitische islam geestelijk leider van een geloofsgemeenschap 3) Hoofd van een rechtssch
Informed consent: De cliënt duidelijk vertellen wat er aan de hand is zodat hij/zij kan meebeslissen in het proces
Inhoudsniveau: “Wat” er gezegd wordt. Het inhoudsniveau betreft de informatie zelf, de inhoud, het bericht of mededeling.
Initiële verschillen: Zijn inhoudelijke verschillen qua, zwaarte, duur, kwaliteit enz…
Integratie: Het maken van of opnemen van een groter geheel.
Integratiecentra: Centra die personen helpt om zich te integreren (opnemen) in de algemene bevolkingsgroep.
Integratie: Het integreren het maken tot of opnemen in een geheel.
Integratiedebat: Integratie is de opname in een (groter) geheel. Debat over de integratie.
Integratieproces : Om ervoor te zorgen dat een vreemdeling een deel uitmaakt van de samenleving.
Interculturaliseren: Verschillende culturen die naast elkaar kunnen leven/bestaan en elkaar wederzijds zullen beïnvloeden zonder in het geheel te verdwijnen.
Intercultureel: De relatie van verschillende culturen betreffend, tussen de culturen
Interculturele communicatie: Communicatie met verschillende culturen
Interculturele processen: Het beïnvloeden of veranderen van de culturen die naast elkaar bestaan.
ISBN: Een tiencijferige code waarmee boeken geregistreerd worden.

J

Jobretentie: Het behoud van een job.

K

Kennisreductionisme: Dat is het idee dat het doornemen van een handboek of het organiseren van een gastlezing door een ervaringsdeskundige zou volstaan om genoeg kennis op te doen om met bepaalde problemen of situaties om te gaan.
Klinisch-etnische interpretatie: Opvatting over een bepaalde groep inzake geneeskunde.
Kwalificatie: 1betiteling, 2het in aanmerking komen; geschiktheid.

L

Lichamelijk: Wat betrekking heeft tot je lichaam. Antoniem: geestelijk/ Synoniem: fysiek
Linguïstiek: Taalkunde.

M

Mantelzorgers: Zorg gegeven voor familie, vrienden of buren.
Marginaliseren: Marginaal maken
Medical shopping: Van arts naar arts om een antwoord te vinden op pijnprobleem/pijnproblemen.
Migrant: Een migrant is iemand die zich verplaatst naar en zich vestigt in een ander land, en die daardoor een andere etnisch-culturele achtergrond kan hebben dan de mensen in het nieuwe thuisland.
Migratie: Verhuizing van een grote groep mensen naar een ander land of een andere streek in dezelfde periode
Minderheidsgroepen: Kleinere groepen in een grotere samenleving die het doelwit zijn van vooroordelen of discriminatie door de meerderheid.

N

NACE-code: Een officiële Europese lijst van activiteitsomschrijvingen, die door de RSZ en de ondernemingsloketten gebruikt wordt om bedrijven in te delen in sectoren.
NUR: Een driecijferige code die het onderwerp van een boek weergeeft.

O

OKAN: De onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers, om anderstalige leerlingen te helpen zich in te passen in het Vlaamse secundair onderwijs.
Opiniemaker: iemand die door zijn invloed of gezag zijn stempel drukt op de vorming van de publieke opinie.
Optical Character Recognition-code: Is een scancode die verstopt zit n teksten
Onontbeerlijk: Waar je niet zonder kunt.
Oudsher: In de bijwoordelijke uitdrukking: van oudsher sinds lang.
Ordinary Least Squares: Een standaard aanpak van de benaderende oplossing van overgedetermineerde systemen (= verzamelingen van vergelijkingen waarin er meer vergelijkingen zijn dan onbekenden)
Overculturalisering: Hierbij wordt cultuur gezien als een onveranderlijk standaardpakket van normen en waarden dat het leven van mensen volledig regelt en wordt die cultuur ook als enig verklaring beschouwd voor wat moeilijk loopt in het contact.

P

Pairing:het in paren rangschikken
Personeelsbeleid: Hierbij wordt cultuur gezien als een onveranderlijk standaardpakket van normen en waarden dat het leven van mensen volledig regelt en wordt die cultuur ook als enig verklaring beschouwd voor wat moeilijk loopt in het contact.
Pleidooi: betoog waarmee je iets gedaan wilt krijgen.
Pragmatische blik: Met een praktisch, nuttige en bruikbare kijk.
Preambulair (preambule): Een preambule of considerans is een ongenummerde, inleidende bepaling in de tekst van een wet of verdrag.
Prenatale diagnostiek: Prenatale diagnostiek is het opsporen van aangeboren of erfelijke afwijkingen bij het ongeboren kind. Dit onderzoek kan worden aangevraagd als er sprake is van een verhoogde kans op een erfelijke afwijking, die met prenatale diagnostiek aangetoond kan worden.
Preventie: Maatregelen die bedoeld zijn om schade te voorkomen en uitbreiding van ontstane schade te beperken
Probit-model: een situatie is waarin een kenmerk slechts twee variabelen heeft.
Psychisch: Met betrekking tot de geest. Antoniem: fysiek

Q

R

Religieuze verklaring: Wanneer mensen de oorzaak van hun aandoening zoeken in hun religie.
Riffijn: Bewoner van, persoon afkomstig uit het Rifgebergte, in het noordwesten van Marokko.

S

Significant: Heeft te maken met het toevalspercentage die 5% bedraagt.
SMECC: SMECC is een samenhangende structurele preventieve aanpak voor een beleid op basis van 5 elementen (the big five) namelijk: School, Minimumnormen voor voorbereid ouderschap, Educatie en informatie over positief opvoeden voor alle ouders, Child- friendly beleid en een Care continuüm (professioneel continuüm van zorg).
Smileys: Is een van de drie oplossingsrichtingen van de creatieve sessies met ontwerpstudenten.
Zo kan de cliënt aan het begin en einde van de dag aan geven hoe het met hem gaat. Wanneer het een negatieve emoticon wordt de cliënt dan verder ondervraagd. Daardoor kan de cliënt efficiënt in de gaten gehouden worden.
Sociale cohesie: Samenhang in de maatschappij.

T

Taalbarrière: Een belemmering in de communicatie, veroorzaakt door het verschil in taal.
Toxic stress: Toxische stress ervaren we in traumatische situaties, met name in chronisch traumatische situaties. Toxische stress heeft een bijzonder negatieve invloed op de hersenontwikkeling.
Typologie: (van personen, andere levende wezens of zaken) onderverdeling in soorten op basis van bepaalde kenmerken

U

Uniciteit: Wat uniek is
Urbanisatie: Een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking.

V

Verheven: Figuurlijk zich boven het gewone, alledaagse verheffend, zedelijk zeer hoogstaand.
Vetc: Voorlichting eigen taal en cultuur -> voorlichting in vorm van drie gesprekken
Verdrag: Officiële overeenkomst tussen landen of staten.

W

Waarden: fundamentele, gemeenschappelijke ideeën van mensen over wat zij belangrijk vinden.
Waardeoriëntatie: Proberen te weten komen welke soorten waarden gebonden zijn aan welke culturen.
Wijkgezondheidscentra: Het is een organisatievorm voor multidisciplinaire gezondheidszorg, waaronder huisartsgeneeskunde.

X

Y

YAVIS-publiek: Young, Attractive, Verbal, Intelligent & Successfull

Z

Zorgaanbod: Het aanbod van (zorg)producten en/of (zorg)diensten
Zorgprotocollen: Geheel van vastgelegde regels die de zorgverlener moet volgen.